De zesde maand: mountains, lakes & glaciers - Reisverslag uit Te Anau, Nieuw Zeeland van Eva Brave - WaarBenJij.nu De zesde maand: mountains, lakes & glaciers - Reisverslag uit Te Anau, Nieuw Zeeland van Eva Brave - WaarBenJij.nu

De zesde maand: mountains, lakes & glaciers

Blijf op de hoogte en volg Eva

08 April 2017 | Nieuw Zeeland, Te Anau

Kia ora,

Ik schrijf dit vanuit een herfstig wordend Nieuw Zeeland. Hoewel het overdag nog een lekker temperatuurtje is, begint er ook een frisheid in de lucht te komen en de bomen beginnen te verkleuren, wat echt een prachtig gezicht is.
Reizend naar het zuiden van het Zuidereiland word ik elke dag nog meer en meer verliefd op dit land. M'n reis na de boomgaard begon met de West Coast, ook wel door backpackers de "Wet Coast" genoemd. Een hele toepasselijke naam, want het regent daar bijna altijd. Aangezien ik me daar van te voren al op ingesteld had, had ik er geen problemen mee, en het grootste gedeelte van de tijd dat ik er was, was het alleen bewolkt en niet perse regenachig (wel heel vochtig). Eigenlijk vond ik het weer juist wel heel toepasselijk voor de natuur. Wat je je bij de West Coast namelijk voor moet stellen is aan de ene kant een vrij woeste zee met rotsen, daarnaast loopt de verlaten Highway en aan de andere kant van de weg reizen de bergen op, volledig bedekt met regenwoud. De wolken en mist waarin de bergen meestal gehuld gingen, maakten dat er een soort mystiek sfeertje hing en ik vond het er heel mooi. En er zijn twee beroemde gletsjers, Franz Josef Glacier en Fox Glacier, twee van de weinige gletsjers ter wereld die zo dicht bij het zeeniveau zitten.

Toch had ik na drie nachten wel genoeg van het weer en ben ik meer het binnenland in gegaan, naar Lake Wanaka. Ik had al heel veel goede verhalen van andere reizigers gehoord over dit plaatsje en ik snap nu helemaal waarom, het is mijn favorietje stadje in NZ geworden. Het is vrij klein met een boulevard en strand aan een prachtig meer, met aan de overkant van het water de bergen. Er zijn veel terrasjes en cafeetjes en er hangt een heel lekker, relaxt, gezellig sfeertje. Wat mijn tijd daar ook heel leuk maakte, was dat ik heel veel bekenden tegenkwam. De eerste ochtend zag ik bijvoorbeeld op Facebook een foto van Ithamar in Wanaka, de Israëlische jongen die mee was op het roadtripje naar Cape Reinga, en ik had met hem aan het meer afgesproken. Terwijl ik naar de afgesproken plaats liep, hoorde ik opeens iemand aan de overkant van de straat mijn naam schreeuwen en dat bleek Fielder te zijn, een Amerikaanse jongen die ik in Raglan heb ontmoet en daar heel goed bevriend mee ben geraakt. En zo kwam ik er nog een paar tegen. De twee weken die ik daar heb doorgebracht, tja twee weken in plaats van de vier nachten die ik eerst van plan was (ik vond het te heerlijk daar), heb ik veel dagen een beetje aan het meer gelegen in het zonnetje, en ik kwam daar ook altijd wel een van de anderen tegen om samen te chillen. Zoals ik al zei was iedereen daar heel relaxt. En de omgeving was gewoonweg schitterend, dus ik heb ook veel hikes gemaakt.
Naar een glacier, naar de top van de berg naast het meer (Roy's Peak), met een vriend die in Queenstown woont en die ik in Taupo heb ontmoet naar de Matukituki Valley (echt een fantastische naam) en de Liverpool hut, een hike van twee dagen. Bij die laatste loop je eerst de vallei door, om vervolgens een berg heel steil te beklimmen tot je bij de Liverpool Hut komt. Het was echter vrij slecht weer, met harde wind en wolken en toen we aan het eind van de vallei kwamen zag het ernaar uit dat het ook zou gaan regenen. Aan het eind van de vallei staat ook een hut, de Aspiring Hut, en daar besloten we de nacht door te brengen met meer gestrande hikers die eigenlijk van plan waren ergens in een andere hut boven op de berg te slapen. Het was uiteindelijk een supergezellige avond, iemand had een fles wijn en een pak kaarten mee en we hadden binnen het vuurtje aangestoken. De volgende ochtend was het weer opgeklaard en zijn Phillip en ik alsnog de berg opgegaan. Hij komt echter uit Zwitserland dus zijn wandeltempo was voor mij wel een uitdaging. Het was ook de steilste klim die ik ooit heb gedaan, vaak moest je jezelf aan boomwortels omhoog trekken, maar het uitzicht over de vallei eenmaal boven was prachtig.

Wat ik ook gedaan heb in Wanaka is een skydive (parachute springen)! Op 15.000 ft (ongeveer 5000 m) ben ik uit het vliegtuig gesprongen. Een skydive is minder eng dan een bungee ben ik achter gekomen, dat komt denk ik vooral doordat bij een skydive de instructeur aan wie je vastzit springt en bij een bungee moet je die stap zelf maken. Alsnog is een skydive echt fantastisch, het uitzicht over het meer en de besneeuwde bergtoppen was heel erg mooi en het moment dat je uit het vliegtuig valt en je door de lucht tuimelt is een heel maf gevoel. Het is zo ongelofelijk hoog en je valt voor 55 seconden voordat de parachute opengaat, dus je hoofd heeft tijd genoeg om te beseffen wat er nu precies gebeurt. Na die minuut waanzinnige vrije val gaat de parachute open en zweef je heel relaxt door de lucht, terwijl je van het uitzicht kunt genieten.

Ik had zo nog een paar weken kunnen doorbrengen in Wanaka, de zon die op het water schitterde en de bergen op de achtergrond was een uitzicht dat elke keer weer adembenemend was. Maar de tijd begon ondertussen tussen m'n vingers vandaan te glippen en ik wilde nog wel genoeg tijd hebben voor de rest van het eiland. Dus na afscheid van iedereen te hebben genomen, ging ik op weg naar Dunedin. Dit wordt ook wel de 'Edinburgh van het Zuiden' genoemd. Er waren ook wel een paar mooie oude gebouwen, maar vergeleken met de Europese steden zijn de Nieuw-Zeelandse steden qua schoonheid gewoon niet zoveel soeps. Ik verbleef wel in een heel nice hostel, genaamd Hogwartz. Tja met zo'n naam kan het natuurlijk ook niet nìet leuk zijn. Het was in een mooi oud gebouw met hele hoge plafonds en het was heel gezellig ingericht. En drie keer raden welke films ik daar met de andere gasten heb gekeken... Vlakbij Dunedin is ook de Otago Peninsula waar veel albatrossen en zeehonden zijn. Je kon behoorlijk dichtbij de zeehonden komen en het zijn echt schatjes.

Na Dunedin ging ik weer terug naar het centrale deel van het eiland, naar Queenstown. Over dit stadje had ik hele gemixte verhalen gehoord. De een vond het helemaal fantastisch en de ander vond het veel te druk en toeristisch. Het staat bekend als "dé partytown" van Nieuw-Zeeland, dus ik was wel benieuwd wat mijn mening erover zou worden.
Nu had ik hier ook twee vrienden van verschillende plekken op het Noordereiland die er werken en wonen, dus het was sowieso al leuk om hun op te zoeken. Ik heb een van de middagen daar doorgebracht met frisbeegolf in het park, ja dat is dus blijkbaar een ding, in plaats van een golfballetje ergens in te krijgen probeer je het met een frisbee. Dat was verrassend leuk. En verder ligt Queenstown ook aan een meer met aan de overkant van het water The Remarkables, een prachtige bergketen. Ik vond het een leuk stadje om voor een paar dagen te zijn, het is wel heel druk, maar ook gezellig, en er zijn een paar leuke pubs en clubs, dus ik ben alle drie de avonden uiteindelijk uitgegaan.
Eeeen natuurlijk heb ik in Queenstown ook een bungeejump gedaan! Ik denk dat de meeste van jullie het filmpje al wel op Facebook hebben gezien. Het is de hoogste bungee in Australasia, 134 meter. En het was echt heel erg hoog, ik denk dat niks in m'n leven enger is geweest dan op het randje staan, naar beneden kijken en je beseffen dat je daar zelf vanaf gaat springen. Het was in een ravijn (ik stuur een foto mee) en in het midden daarvan, heel hoog, hing een soort kamertje waar je met een klein gondeltje heen werd gebracht. In dat kamertje moest je gaan zitten op een glazen bank, waardoor je dus heel fijn alle wachttijd naar beneden kon kijken en je precies kon zien wat je te wachten stond. Terwijl je daar dan zit en de mensen voor je ziet springen, nemen de zenuwen toe en dat werd helemaal erg toen de jongen twee mensen voor mij niet meer durfde, hij stond op de rand en hij zei "nee dit ga ik niet doen, dit is veel te hoog". Op de een of andere manier werd het toen opeens nog veel enger. Maar goed, toen was ik toch echt aan de beurt. Ze bevestigen het elastiek aan je enkels en dan waggel je als een pinguïn naar het randje toe. De jongen zei vervolgens: oke ik ga zo van 3 naar 1 tellen en op 1 ga je springen. Dat moment dat ik daar stond en over het randje keek, de duidelingwekkende diepte in, kan ik me nog precies voor de geest halen. De zenuwen gierden door me heen en terwijl de jongen begon te tellen dacht ik: nee ik ga hier toch niet van af springen!? Dus ik verraste me zelf eigenlijk ermee door op 1 in een keer te springen. En als je eenmaal de moed hebt verzamelt en jezelf laat vallen, dan is dat echt een ongelofelijk gaaf gevoel. Het gevoel dat alles om je heen wegvalt en er niks dan lucht om je heen is en je met een hoge snelheid naar beneden stort. Het voelt vooral heel erg vrij. En het is ook vermengd met trots dat je het daadwerkelijk gedaan hebt. Ik ben iedergeval heel blij dat ik het heb gedaan, het was een hele gave ervaring. En ik zou het zeker zo weer doen (als ik het geld ervoor had gehad dan ;).

We zitten nu ondertussen al bij begin april en mijn volgende stop was Te Anau, het is ook vanuit daar dat ik dit schrijf. Ik zit in een hostel boven op een heuvel en ik kijk uit over een groot meer, omringd door beboste heuvels met beginnende gele, rode en gouden kleuren. In de verte zijn de pieken van de bergen in Fiordland te zien, in het huidige licht gehuld in een soort purperblauw.
Te Anau is de 'gateway' naar Fiordland National Park, het grootste nationale park in heel NZ. Zoals de naam doet vermoeden bestaat het uit fiorden: de Milford Sound en de Doubtfull Sound. Aangezien het op de westkust ligt, is de kans ongeveer 90% dat het zal regenen als je naar de Milford Sound gaat. Ik was een van de gelukkigen die bij die 10% hoorde, het was stralend weer toen ik daar een boottocht maakte. En het is een van de mooiste stukken van Nieuw Zeeland die ik heb gezien. Hoge bergen die oprijzen uit het diepblauwe water, deels bebost met regenwoud en deels met kale rotsen, hoge watervallen en zeehonden die op de rotsen liggen te zonnen.
En ook hier heb ik nog twee prachtige hikes gemaakt in stralend weer, een deel van de Kepler track en een deel van de Routeburn track.


Nu zijn er nog ongeveer twee weken over van m'n tijd in Nieuw Zeeland. Twee weken! Time flies when you're having fun. Ik heb nog wel een paar gave dingen om te zien, onder andere de hoogste berg van NZ, maar daar horen jullie de volgende keer wel over :)

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Eva

Be Brave ~ backpacking in Nieuw Zeeland

Actief sinds 09 Okt. 2016
Verslag gelezen: 929
Totaal aantal bezoekers 7105

Voorgaande reizen:

02 Oktober 2016 - 01 Mei 2017

Backpacken in Nieuw Zeeland

Landen bezocht: